Ja, ja nu weet ik het wel. Of toch niet?

Geplaatst op

De nuance lijkt in onze moderne wereld soms ver te zoeken. Met argumentatie, redelijkheid, dialoog en ja, soms regelrechte twijfel kom je er deze dagen niet meer. Populistische oneliners werken veel beter. Je bent ergens voor, of tegen. Als Weegschaal heb ik daar last van. Ik onderzoek namelijk graag het grijs tussen het zwart en wit.

Het figuurlijke grijs van de Amsterdamse Ja/Ja sticker houdt mij daardoor al een tijdje bezig. Kamp-voor heeft als argument dat het goed voor het milieu is en verspilling tegengaat. Kamp-tegen zegt dat er al een goed landelijk systeem ‘in place’ is en dat folders juist een schoolvoorbeeld zijn van een circulair product.

Ik verplaats me in de schoenen van Van den Eijnden – directeur van Spotta. Zeven van de jaarlijks twaalf miljard folders komen uit zijn verspreidfabriek. Bijna 20 kilo Spottafolders waarvan ik ongeveer 10 kilo lees en dus ook 10 kilo nodeloos verspil. Tegelijkertijd zorgt Van den Eijnden voor 23.000 bezorgbanen en leert hij menige jongere dat je moet werken voor je geld. Zijn werknemers zetten zich actief in voor het World Food Programma waar zijn moederbedrijf PostNL jaarlijks een miljoen euro voor ophaalt.

Ik kijk door de oogharen van Van Lammeren – initiatiefnemer van de Ja/Ja sticker – die net als Van den Eijnden ook ooit door de KPN wandelgangen liep. In mijn gedachten drinken ze daar samen een biertje. Van Lammeren heeft echt een betere wereld voor ogen die meer mensen zich zouden moeten wensen en is bereid daarvoor op de barricades te klimmen. Maar hij werkt ook als business-developer in de online markt. Zijn websites zijn te bekijken op een van de snelst groeiende afvalstromen in onze maatschappij: die van elektronische devices.

Op mijn grijze middenstip zie ik dat de 30 minuten die ik dagelijks lees in mijn digitale krant een net zo grote impact heeft op het milieu als de gedrukte variant die ik alleen op zaterdag lees. Laten we dus niet denken dat digitaal zo lekker schoon is omdat we het niet zien. Voor elk website-bezoek dat u en ik doen is elektriciteit nodig uit (vervuilende) elektriciteitscentrales. De brievenbus die wijst naar de computer is natuurlijk flauw: “Maar hij doet het ook” is een slecht argument.

Wat onverminderd blijft staan is dat brievenbusreclame (ongeadresseerd én geadresseerd) zorgt voor 0,25% van de totale CO2-uitstoot van Nederlandse huishoudens. Laten we daarom niet denken in ideeën die polariseren, maar in oplossingen waar beide partijen de schouders onder willen zetten. Bijvoorbeeld CO2-compensatie door drukkers, adverteerders en verspreiders zodat alle folders in 2020 CO2-neutraal zijn. En slimme segmentatie-systemen zodat ik alleen nog dié 10 kilo folders ontvang die ik ook daadwerkelijk lees.

In een VUCA-world (ja; google dat maar eens) is de noodzaak om te veranderen een constante factor geworden. Dat vraag om veerkracht en een open houding. Elkaar vinden en verbinden in het grijze gebied waar een nee soms een ja kan worden en omgekeerd.

 

Marianne Robben (LaRobben) is zelfstandig strateeg en columnist voor HPG. Samen met Cees van Rooy (Costelloo) en Merel Zimmerman (HPG) schreef ze het ‘Trendboek Reclamefolders’, dat dit jaar door HPG werd uitgegeven. Een gratis exemplaar vraag je hier aan.

 

Volg HPG op LinkedIn en blijf op de hoogte van het laatste nieuws en nieuwe blogs:

Plaats een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *